Enkele van de laatste woorden die Vincent van Gogh op 29 juli 1890 op zijn sterfbed uitsprak waren “la tristesse durera toujours”, wat vertaald kan worden als “het verdriet zal altijd voortduren”. Dit waren echter geen spontane woorden van onze thans beroemde kunstschilder. Integendeel, het stond voor een uitgekiende code die Vincent al eerder, naar aanleiding van “De Aardappeleters” en “Stilleven met bijbel” moet hebben bedacht. Vincent stierf als een vroom persoon, maar helaas twee dagen later dan zijn gecodeerde planning aangaf.
Het schijnbaar verdrietige zinnetje met Vincents laatste woorden wordt overal geuit op het wereldwijde internet. Dat gaat steevast gepaard met de vermelding dat Vincents broer Theo dit gegeven schreef aan hun beider zus Lies (Elisabeth Hubertha van Gogh) in een brief van 5 augustus 1890. Het Van Gogh Museum in Amsterdam beschikt over een groot aantal brieven, 903 om precies te zijn. Dat betreft echter voornamelijk correspondentie tussen Vincent en zijn broer Theo, die de meeste brieven van dit “van-broer-tot-broer”- verkeer gelukkig heeft bewaard. Ander briefverkeer tussen de leden van de familie Van Gogh onderling is minder goed voorhanden.
Doodlopende weg
Over het Van Gogh Museum gesproken, wil ik nu eerst aandacht schenken aan het schilderij dat bovenaan dit artikel is afgebeeld: Korenveld met kraaien uit 1890. Lang werd gedacht dat dit onheilspellende schilderij Vincents laatste werk was, maar dat klopt niet. Het tafereel met een doodlopende weg in het midden lijkt weliswaar op een voorbode van zijn zelfmoord, maar nadien schilderde Vincent nog tenminste twee andere belangrijke doeken.

Catalogus nr. 47
Het schilderij “Korenveld met kraaien” (olieverf op doek, 50,5 x 100,5 cm) hangt in het Van Gogh Museum in Amsterdam, sinds de opening daarvan op 2 juni 1973. Opmerkelijk is dat er voorafgaand aan de opening twee opeenvolgende tentoonstellingen waren in het Stedelijk Museum, waarin ook dit werk – destijds daar in bruikleen – was opgenomen.
Ik heb ontdekt dat Vincents codes via het Eeuwig Edict in die tijd al bekend waren in de museumwereld. Dat betreft onder meer de catalogus voor de genoemde tentoonstellingen van 22-10-1972 tot 15-01-1973 (85 dagen) en die van 25-01-1973 tot 15-04-1973 (80 dagen). De catalogus draagt in beide gevallen het nummer 47. Dat is ook het aantal wetten in het Eeuwig Edict. Ik zet daarom het totaal aantal dagen (85 + 80 = 165), waarvoor catalogus nr. 47 in die tijd gold, af op het Eeuwig Edict als wet 16, woord 5:
XVI.
Dat alle zulcke dispositiën van substitutiën (…)
Zoals je ziet is het 5e woord in deze wet 16: van. Het is bijna niet te geloven, maar dit korte woordje vertegenwoordigt een toepasselijke code: v-an. “V” is daarbij het Romeinse cijfer 5, terwijl “an” het Franse woord voor “jaar” is. En wat wil het toeval: vijf jaar na de opening van het Van Gogh Museum van 1973, begin 1978, trof een droevig bericht de kunstwereld: Vincent van Gogh (neef van kunstschilder Vincent van Gogh) was op 28 januari van dat jaar op bijna 88-jarige leeftijd in Laren overleden.
Echo
Kunstschilder Vincent van Gogh (voluit: Vincent Willem van Gogh) had in zijn sterfjaar 1890 de geboorte meegemaakt van zijn gelijknamige neefje, zoon van zijn broer Theo en diens vrouw Jo Bonger. Deze Vincent van Gogh richtte in 1960 de Vincent van Gogh Stichting op. Op 21 juli 1962 leidde een overeenkomst met de Staat der Nederlanden tot de overdracht van het erfgoed van de kunstschilder Vincent van Gogh aan de Staat, voor het bedrag van 15 miljoen gulden. Vincent van Gogh zal zich op die datum in Auvers-sur-Oise wel in zijn graf hebben omgedraaid. De letterlijke betekenis van het beladen zinnetje “la tristesse durera toujours” echoode in de eeuwigheid voort…
Toeval?
Aangezien men in 1972/1973 natuurlijk niet kon weten dat Vincents neef Vincent in 1978 zou komen te overlijden (tenzij dat net als bij Vincent in 1890 was gepland), is dat gewoon toeval. Als er al sprake is van een code, dan dienen de gevonden 5 jaar in mindering te worden gebracht op het genoemde jaar. Daaruit volgt dat er iets dat verband houdt met (de werken van) Vincent kan zijn gebeurd in het jaar 1967 of 1968, in de aanloop naar de bouw van het nieuwe Van Gogh Museum. Het hoofdgebouw was een ontwerp van de beroemde architect Gerrit Rietveld (1888-1964). Werken van deze architect kunnen worden bewonderd in het Kröller-Müller Museum in Otterlo, dat – niet toevallig – over een wereldberoemde collectie schilderijen en tekeningen beschikt van… kunstschilder Vincent van Gogh. Hierover verschijnt binnenkort een onthullend artikel op deze website, mede toegespitst op de jaren 1967/1968.
Onzuiveren drang
De aan het begin van dit artikel genoemde brief van Theo aan zijn zus Lies is niet terug te vinden bij Vincents erfgoed in het Van Gogh Museum. Maar toch zijn de laatste woorden van Vincent wereldwijd bekend geraakt. Hoe komt dat? Bestaat die brief wel? Het antwoord ligt bij Lies zelf. In 1910 publiceerde zij een boekje met herinneringen aan haar broer Vincent. De stijl in het boek was echter niet liefdevol, maar eerder wat afstandelijk. Een recensie in het Algemeen Handelsblad van 20 februari 1911 (bron: o.a. Delpher) over het boek van Elisabeth du Quesne-van Gogh bevestigde dat enigszins: “het boek is ontstaan uit onzuiveren drang: het begeeren om zich zelve te doen beglansen door den luisterrijken afschijn van een (onbegrepen) Groote”. En Lies was niet de enige. Sinds het overlijden van kunstschilder Vincent van Gogh probeerden velen een goed belegde boterham te verdienen aan zijn mislukte en verdrietige leven.
Theo’s brief
De bibliotheek van het Van Gogh Museum bewaart het oorspronkelijke boekje uit 1910, uitgegeven door Van de Ven in Baarn. In het Internet Archive is het boek in meerdere talen te vinden, waaronder een Engelstalig exemplaar uit 1913:

Op bladzijde 53 van het boek citeert Lies uit een brief die zij op 5 augustus 1890 van haar broer Theo had ontvangen. Hieronder zie je een afbeelding van de betreffende pagina, die begint met een citaat uit een brief van Vincent. De tekst gaat dan verder met citaten uit de brief van Theo aan Lies:

Uit bovenstaand fragment kan worden afgeleid dat de van oorsprong Duitse vertaalster Katherine S. Dreier goed lijkt te zijn in het vertalen van Nederlands naar Engels. Van de Franse taal heeft zij echter weinig kaas gegeten, want in de gemarkeerde zin “La tristesse durerat toujours” staat een enorme grammaticale fout. De werkwoordsvorm in de toekomende tijd (in het Frans: futur simple) “durerat” bestaat niet. Het moet “durera” zijn: “zal voortduren”.
Dürer
Een andere mogelijkheid is dat de vertaalster wel degelijk wat van de Franse taal afwist en dat zij opzettelijk “durerat” gebruikte om het woord “durera” te maskeren. Want doorgewinterde speurneuzen hebben natuurlijk allang gezien dat “durera” een anagram is van “a durer“, wat een verwijzing is naar de Duitse kunstenaar A(lbrecht) Dürer (1471-1528). Lezers van deze website kennen ongetwijfeld het door mij geopperde verband tussen Vincents De Aardappeleters en de ets Melencolia I van Dürer, onder meer via dit artikel.
VOORBEHOUD: omdat ik de oorspronkelijke Nederlandse tekst nog niet heb kunnen raadplegen, is het mogelijk dat Lies degene is die het dwaalspoor met “durerat” heeft opgezet. De vertaalster heeft dat dan klakkeloos overgenomen. Met de woordgrap “dure-rat” kan Lies hebben gezinspeeld op het in haar ogen te veel spekken van Vincent vanuit haar familie. Deze optie wordt versterkt door het feit dat Lies Frans had gestudeerd, dus zij moet de correcte Franse grammatica hebben gekend. Ik hoop hier t.z.t. definitief uitsluitsel over te kunnen geven.
Nu “durera” heeft geleid tot “a durer”, rijst de vraag of de rest van de zin misschien ook een anagram is. Daar is met enige creativiteit makkelijk achter te komen. Wat dat betreft kom ik tot de volgende mogelijke oplossing:
la tristesse durera toujours
(het verdriet zal altijd voortduren)
=
l’artiste a.durer – tous ses jour(s)
(de kunstenaar a.dürer – al zijn dagen)
Als deze oplossing correct is (en daar ben ik van overtuigd), dan is het de bedoeling om een optelling te maken van het aantal dagen dat Albrecht Dürer heeft geleefd.
De kennelijk in het anagram ontbrekende letter “s” voor enkelvoud of meervoud lijkt een onvolkomenheid, maar dat is het niet. Zoals hierna blijkt, is het al dan niet weglaten of toevoegen van deze letter een onderdeel van Vincents code.
Berekening leefdagen
De berekening om tot het aantal leefdagen van Albrecht Dürer te komen gaat op de volgende manier:
- aantal dagen in zijn geboortejaar: in 1471 (van 21 mei t/m 31 december) = 225 dagen.
- Aantal volledige jaren: (1527-1471) = 56 jaar. Vermenigvuldigd met 365 = 20.440 dagen.
- Aantal schrikkeljaren tussen 1471 en 1528: 1472, 1476, 1480, 1484, 1488, 1492, 1496, 1500 NIET, 1504, 1508, 1512, 1516, 1520, 1524, 1528 (1500 telt niet mee, omdat het als eeuwjaar niet deelbaar is door 400). Er zijn daarmee 14 schrikkeljaren in deze periode, wat 14 dagen extra geeft.
- Aantal dagen in zijn sterfjaar: in 1528 (van 1 januari t/m 6 april) = 96 dagen.
- In totaal heeft Albrecht Dürer dus 225 + 20.440 + 14 + 96 = 20.775 dagen geleefd.
Hierboven toonde ik aan dat in het gevonden anagram “l’artiste a.durer – tous ses jour(s)” in feite een letter “s” te weinig staat. In het alfabet is deze letter gerangschikt op de 19e plaats. Om een volledig correct aantal dagen conform het anagram te vinden, dienen er dus 19 dagen in mindering te worden gebracht op de 20.775. De uitkomst hiervan is: 20.756.
Die
Dit getal 20.756 dient te worden afgezet op het Eeuwig Edict van 1611. Het leest dan als wet 20 (XX.), woord 756. Hierbij treedt het probleem op dat wet 20 (XX) van het Eeuwig Edict maar 197 woorden telt. In een dergelijk geval dient men binnen dezelfde wet gewoon door te tellen: 4x 197 = 788. En daar gaan dan weer 32 woorden af om tot het aantal van 756 te komen. Het woord dat vervolgens in het Edict wordt aangetroffen is: DIE. In het Engels betekent dat: “doodgaan” of “sterven” en over dat verdrietige onderwerp gaat dit artikel.
Kruis
De methode die ik in de vorige alinea heb gebruikt, pas ik nu op precies dezelfde manier toe op het hierboven gevonden werkelijke aantal van 20.775 leefdagen van Albrecht Dürer.
Maar voor het zover is wil ik eerst een dwarsstraat nemen. Dat heeft betrekking op de dood van Dürer en hier ook op de dood van Vincent. Tweemaal een leven waar een kruis doorheen gaat: tweemaal het Romeinse getal X = XX, de betreffende wet nr. 20 uit het Eeuwig Edict. De code XX maakt duidelijk dat Vincent verwachtte dat hij zéker zo oud als Dürer zou worden. Het liep echter anders. Vincent was door zijn mentale ziekte genoodzaakt zijn code aan te passen omdat hij wist dat hij het aantal levensdagen van Dürer bij lange na niet zou halen. Eenmaal ervan overtuigd om vervroegd uit het leven te stappen, zette hij zichzelf ertoe aan om een datum voor zijn zelfmoord te prikken.
Vroom persoon
Het bepalen van zijn sterfdatum deed Vincent aan de hand van het Eeuwig Edict. Hij wilde als godsdienstig en aan God toegewijd persoon sterven en rekende uit dat hij dan 13.633 dagen moest hebben geleefd. Om tot dat aantal te komen, moest hij zichzelf als vroom persoon op de daaraan gerelateerde datum 27 juli 1890 van het leven beroven. In de bijbel staat immers nergens uitdrukkelijk vermeld dat zelfdoding verboden is. En ik weet niet of het in de 19e eeuw ook al zo was, maar in onze tijd plegen driemaal zoveel protestanten als katholieken zelfmoord (volgens Sascha Becker en Ludger Woessmann in een studie uit 2012).
Toegepast op het Eeuwig Edict staat wet 13 (XIII), woord 633 (op dezelfde wijze gegenereerd als hierboven) voor “vorme“, wat een anagram is van “vrome“. Het volgende woord, nr. 634 (= 1 dag later) in wet 13 is “ende“, maar dat kwam niet uit omdat Vincent zich verwondde in plaats van direct doodde. Woord nr. 635 (= 2 dagen later) als sterfdag van Vincent valt buiten zijn code.
Triest
“La tristesse durera toujours”, mompelde Vincent op zijn sterfbed tegen Theo, “het verdriet zal eeuwig voortduren”. En Lies schreef dat Theo dat begreep. Maar dat sloeg niet op de code die ik hieronder verder uitleg. Nee, dit sloeg op dat moment op Vincent zelf, want hij was aan zijn eigen code in tijd voorbijgegaan en kon dat niet meer corrigeren. Dat was extra triest voor de stervende Vincent.
Geloof
Terug nu naar de 20.775 leefdagen van Albrecht Dürer. De uitkomst daarvan, als code toegepast op het Eeuwig Edict, wet XX (20), woord 775, is GELOOFF. Dit woord kun je uitleggen door het als “geloof f” (= geloof even) te ervaren op het moment van sterven, om een eventueel lijden te verzachten. Hier heeft het echter een diepere betekenis.
Vrede
Het is nu de bedoeling om van het woord “GELOOFF” een anagram te maken: “OOG ELF F“. De uitleg hiervan is “bekijk 11 (getal elf, en) 6 (F is de 6e letter in het alfabet). De betreffende combinatie 11-6 is een herinnering van Vincent aan zijn schilderij Stilleven met bijbel van 1885. De door mij ontdekte code 11-6 in Vincents werk verwijst naar een tekst uit het bijbelboek Jesaja, met als symbolische betekenis: er zal vrede heersen.
Het werk “Stilleven met bijbel” van Vincent van Gogh vormde een eerbetoon aan zijn in maart 1885 overleden vader Theodorus van Gogh en zijn enkele maanden later overleden oom Johannes van Gogh, broer van zijn vader en sponsor van Vincents “De Aardappeleters”.
Conclusie
Vincents laatste woorden “La tristesse durera toujours” verwijzen via de levensjaren van Albrecht Dürer naar zijn werken “De Aardappeleters” en “Stilleven met bijbel”, beide uit 1885. Vooral dit laatste schilderij lijkt onder de onverwacht moeilijke omstandigheden van Vincent op zijn sterfbed extra beladen te zijn.
Op 29 juli 1890, twee dagen later dan gepland, stond Vincent van Gogh met zijn aanstaande sterven namelijk op het punt om als vroom persoon over te gaan tot enerzijds een toestand van eeuwige vrede en anderzijds (afhankelijk van zijn geloof daarin) tot een spirituele ontmoeting met zijn overleden vader en oom.








